Ga naar de inhoud

Steeds meer buitenlanders in Nederlandse musea

statistiek-600x438

Buitenlandse toeristen weten Nederlandse musea steeds beter te vinden. Vorig jaar kwam ruim een op de vier museumbezoekers uit het buitenland. In 2009, het jaar waarin door de crisis relatief weinig buitenlandse toeristen ons land bezochten, ging het om een op de zes bezoekers. Dat melden CBS en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

De 685 Nederlandse musea ontvingen in 2015 ruim 33 miljoen Nederlandse en buitenlandse bezoekers. De 83 musea voor beeldende kunst trokken de meeste liefhebbers (12,4 miljoen). Hierna komen de historische musea met bijvoorbeeld een archeologische collectie (11,2 miljoen).

Groei door meer toerisme

Volgens het CBS en de RCE profiteren de Nederlandse musea van de groei van het inkomend toerisme in de afgelopen jaren. De meeste buitenlanders bezochten de bekende publiekstrekkers onder de musea voor beeldende kunst.

Bijna een kwart van de bezoekers kwam uit de buurt. Vooral musea over natuurlijke historie, zoals over biologie en geologie, trokken veel belangstellenden die in dezelfde gemeente wonen als waar het museum staat (35 procent).

Van alle museumbezoekers was 12 procent jonger dan 13 jaar en 8 procent 13 tot 19 jaar. In een op de drie gevallen kwam de jongere met school (basis- of voortgezet onderwijs) naar het museum. Ongeveer 12 procent van de museumbezoekers is 65-plusser.

Exploitatie

Ruim vier op de tien Nederlandse musea behaalden in 2015 een negatief bedrijfsresultaat. Naast de meeste grote musea schreven ook de meeste kleine musea zwarte cijfers. Van de middelgrote musea sloot ongeveer twee derde het jaar af in het rood.

De belangrijkste inkomstenbron van musea is nog altijd directe subsidie. Bijna de helft van de inkomsten bestond in 2015 uit overheidsgeld (449 miljoen euro). Dat is de laatste jaren overigens wel steeds minder geworden: in 2009 was nog 63 procent van de inkomsten afkomstig van directe subsidies.

Na subsidies komen de meeste inkomsten van entreekaartjes, zowel betaald als via bijdragen aan de Museumkaart. Die leverden 193 miljoen euro op. Hierna volgen de opbrengsten van publieke en private middelen, zoals goededoelenloterijen, de museumwinkel en sponsoring.

Definitie museum

In 2015 zijn het CBS, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Museumvereniging nauwer gaan samenwerken. Hierdoor zijn de criteria om te bepalen of een instelling een museum is of niet aangescherpt op basis van internationale richtlijnen (ICOM-definitie). Dat heeft geleid tot een kleiner aantal musea in Nederland. De populatie is teruggebracht van 799 naar 685.